Atheïsme, moreel realisme, dystopieën, en de onvoorstelbaarheid van de dood Antwoord op en duiding van Emanuel Ruttens positie

Eerder deze maand debatteerde filosoof Emanuel Rutten, bekend van het construeren van een nieuw argument voor theïsme en recent bezig de houdbaarheid van al bestaande theïstische argumenten opnieuw te testen, in Groningen over theïsme, atheïsme en moraal. Een cruciaal onderdeel van zijn betoog (waar ik niet bij was, maar dat hij online heeft gezet) was het onvermogen van atheïsme om moreel realisme te verankeren. Moreel realisme definieert hij daarbij als de positie dat “morele waarden objectief geldig zijn”.

Dat is een argument dat in recente discussies vaker wordt gebruikt, onder meer ook door Rik Peels en Stefan Paas in hun boek God Bewijzen (hoofdstuk 4.1). Het lijkt mij uiteindelijk op een aantal misverstanden gebaseerd, maar die misverstanden zijn wel heel interessant, en erachter zit een wezenlijk verschil tussen het theïsme dat Rutten probeert te ondersteunen en het atheïsme waarmee ik me identificeer.

Continue readingAtheïsme, moreel realisme, dystopieën, en de onvoorstelbaarheid van de dood Antwoord op en duiding van Emanuel Ruttens positie

Nature as the Unfamiliar: Bacon, Serendipity, and Scientific Innovation

Having read this interview with Sean Silver, the author of an Isis article on the prehistory of serendipity in Bacon, I realized that I could get something out of this that I had not been looking for. (This will be the one and only lazy self-referential joke on the subject.)

The article conceptualizes serendipity as denoting “the way concepts emerge from the unexpected bumps and nudges of the material world” (236). The term for this has been traced back to one Horace Walpole, but Silver notes that Walpole “repeats a formulation of invention mooted by Francis Bacon in an allegorical exegesis entitled ‘The Fable of Pan’.” (241)

Continue reading “Nature as the Unfamiliar: Bacon, Serendipity, and Scientific Innovation”

Verrijkt met materie

Context: ik probeer op deze plek voortdurend mijn ogen open te houden voor teksten en afbeeldingen die refereren naar een ‘two cultures’/’alfa-bèta’/’sciences-humanities’-onderscheid, zeker als ze dat onderscheid framen op een manier die ik nog niet eerder aan de orde heb gebracht.

Deze week viel mijn oog op een interview met Maarten van Bommel in de UvA-krant van juni (hier in pdf te vinden), over zijn aanstelling als hoogleraar ‘Natuurwetenschappelijke aspecten van conservering en restauratie van roerend cultureel erfgoed’ (in het vervolg van dit stuk kort ik dat handig af tot NAvCeRvRCE) aan het Netherlands Institute for Conservation, Art and Science (NICAS).

Continue reading “Verrijkt met materie”