Twee manieren om je rug recht te houden James Comey, A higher loyalty; Jordan Peterson, 12 rules for life

Ik heb dit weekend twee boeken gelezen die in mijn systeem allebei onder de categorie ‘zelfhulp’ vallen: James Comeys A Higher Loyalty en Jordan Petersons 12 Rules for Life.

Comeys boek begon ik natuurlijk te lezen om achter roddels over Trump te komen, maar de auteur staat daar een stuk verder boven dan de media-aandacht zou doen vermoeden; behalve enkele belangrijke impliciete vooruitwijzingen komt Trump pas op ongeveer driekwart van het boek om de hoek kijken, en hij is niet zozeer de culminatie van het boek als wel een grote afwijking; een contrast tot alles wat Comey daarvoor heeft geleerd over leiderschap.

Comeys boek is autobiografisch, grotendeels chronologisch van opzet met wat sprongen waar nuttig. Leidmotief zijn de voorbeelden van leiderschap en de verschillende stijlen van leiderschap die Comey voortdurend in zich opneemt; van de filiaalmanager die hem als vakkenvuller zijn eigen lessen liet trekken uit een pakken-melk-explosie tot het zelfvertrouwen en de bescheidenheid van Obama, en een inkijkje in de loyaliteitscultus van de mafia (en uiteindelijk van Trump).

Én zijn eigen leiderschap, want wanneer hij de baas van de FBI wordt, wil hij dat zeer bewust invulling geven; hij loopt veel meer rond dan zijn voorganger Mueller deed, hij stuurt mailtjes naar het hele personeel om beslissingen uit te leggen, hij praat met mensen in de rij voor de kantine – en dat is allemaal bewust; Comey wil van zichzelf niet een beeld schetsen als iemand die van nature een goede leider is, maar van iemand die de kunst van verschillende mannen en (minder vaak maar des te nadrukkelijker) vrouwen heeft afgekeken, en er goed over heeft nagedacht.

Er zijn tekortkomingen aan Comeys boek – zijn ethiek is soms wel heel simpel, er is wel een érg duidelijke scheiding tussen politiek tribalisme en landsbelang, hij veegt zijn straatje wel érg uitvoerig schoon – maar het is vooral opvallend goed gelukt als boek. Het leest vlot, is met humor geschreven, zonder aan te voelen alsof het alleen kunstmatig op smaak is gebracht; de stem van de auteur matcht met de persoon door wiens ogen we de gebeurtenissen bekijken. En bij de neiging zichzelf belangrijk te maken die Comey van nature niet lijkt te kunnen onderdrukken, is de opzet van het boek toch enigszins bescheiden: het zijn memoires met een pedagogisch leidmotief.

Petersons boek is veel te lang, en ook echt onnodig lang. Het bevat autobiografische anekdotes, maar is vooral orakelend, prekend en uitdrukkelijk-lessen-trekkend. Daarbij wil Peterson bovendien alles tegelijk doen: alle mythologie en literatuur ooit interpreteren, de waarheid over de menselijke toestand vertellen, de lezer verbeteren, en cultuurkritiek leveren. Dat moet wel mislukken en dat doet het dan ook.

Niet alles mislukt echter volkomen. Omdat Petersons boek gestructureerd is naar 12 ‘regels’, kunnen we die hier één voor één doornemen. Spoiler alert: het begint raar, daarna wordt het gestaag beter, daarna wordt het weer raar.

Ik heb Petersons boek gelezen so you don’t have to. Regel 1: Sta rechtop

Kreeften bestaan al heel lang dus daar valt een hoop van te leren. We hebben, net als kreeften, een ‘statusmeter’ in onze hersenen en die bepaalt hoe dominant we ons voelen. Maar slaapgebrek, slecht ontbijt en andere slechte gewoonten ontregelen die meter.

“If you slump around, with the same bearing that characterizes a defeated lobster, people will assign you a lower status, and the old counter that you share with crustaceans, sitting at the very base of your brain, will assign you a low dominance number. Then your brain will not produce as much serotonin. This will make you less happy”, met alle gevolgen van dien. Daarom moet je rechtop staan.

Regel 2: Behandel jezelf als iemand voor wie je verantwoordelijk bent

Orde is mannelijk; chaos is vrouwelijk – zo is het altijd geweest en dat heeft vast redenen. Mannen hebben altijd dingen gebouwd, en vrouwen zijn waaruit op mysterieuze wijze dingen geboren worden en dus staan ze voor ‘het onbekende’. Ook wijzen ze mannen voortdurend af en dat is chaos voor die mannen.

Via de eeuwige spanning tussen orde en chaos raken we verzeild in een lange uitleg over het paradijs en de appel – de onmogelijkheid om de orde helemaal af te schermen van de chaos; het inzicht van de Genesisauteur dat ons zelfbewustzijn via onze grote hersenen evolutionair gesproken inderdaad de reden is dat vrouwen met veel pijn en moeite kinderen baren (!!); en een en ander resulterend in ons zelfbeeld als gevallen wezens, waardoor we weigeren goed voor onszelf te zorgen waar we dat wel voor anderen doen.

We moeten voor onszelf zorgen alsof we iemand zijn voor wie we verantwoordelijk zijn; dat is best mooi gezegd, het is het waard om gezegd te worden, en als je alle religieuze en metafysische clutter uit dit hoofdstuk weghaalt, houd je zo’n beetje die zin over.

Regel 3: Wees bevriend met mensen die het beste voor je willen

In het verlengde van regel 2: maak alleen vrienden die je je eigen vrienden toe zou wensen, en vermijd mensen die een negatieve invloed op je hebben of door wie je alleen vanwege het contrast een goed persoon lijkt. “Friendship is a reciprocal arrangement. You are not morally obliged to support someone who is making the world a worse place. Quite the opposite. You should choose people who want things to be better, not worse.”

Regel 4: Vergelijk jezelf met jezelf gisteren, niet met anderen

Deze regel komen we ook expliciet tegen in Comeys boek, wanneer hij de leiderschapscultuur van de FBI wil hervormen en erop gewezen wordt dat die al bijna bovenaan staat in de ranglijstjes van de Amerikaanse diensten. Daar vergelijk ik het niet mee, zegt Comey dan; het kan gewoon beter.

Het hoofdstuk gaat vooral over leiderschap over jezelf, en de onderhandelingen die daarbij komen kijken – ook hier geldt: wat je zou doen om je relatie tot een ander beter te maken, kun je ook met jezelf doen. “What could I do, that I would do, that would accomplish that, and what small thing would I like as a reward?” Dat is de eerste stap naar boven.

Regel 5: Sta je kinderen niets toe waardoor je ze niet meer mag

Mensen zijn niet van nature goed en kinderen moeten wel eens gecorrigeerd worden. Anders worden ze die mensen van wie we in regel 3 hebben geleerd dat je ze moet vermijden, en dan zullen verstandige mensen ze vermijden. Kinderen moeten gedisciplineerd en gesocialiseerd worden, en van een beetje slaan is nog nooit iemand doodgegaan.

Peterson vat zijn opvoedregels samen tot: niet teveel regels, minimaal geweld, en “parents should come in pairs”. En ten slotte de regel van zelfreflectie: “parents should understand their own capacity to be harsh, vengeful, arrogant, resentful, angry and deceitful”. Dit is waarom je moet nadenken over opvoeding en niet onvoorspelbaar moet uithalen.

Regel 6: Breng je eigen huis op orde voor je de wereld bekritiseert

Het leven is tragisch en we lijden allemaal. Voor we dat lijden de verantwoordelijkheid van het systeem maken, moeten we eerst naar onszelf kijken. Als je je eigen leven niet op orde hebt, moet je daar eerst aan veranderen wat je weet dat er mis is. “Don’t blame capitalism, the radical left, or the iniquity of your enemies. Don’t reorganize the state until you have ordered your own experience. Have some humility. If you cannot bring peace to your household, how dare you try to rule a city?”

Regel 7: Streef betekenis na, niet gemak

We kunnen offers brengen om de toekomst te verbeteren. Dan is de vraag wat de juiste offers zijn en tot welke toekomst we die brengen. Dat is niet een vraag die Peterson meteen beantwoordt; het gaat eerst weer vooral om het effect van het succesvol brengen van betekenisvolle offers op de persoon die dat doet – om Abel te zijn, en niet zoals Kaïn te klagen over vermeend onrecht en erop te reageren door uit te halen. Dat is immers het pad naar het kwaad.

Peterson heeft sterke ideeën en associaties bij het kwaad, en heeft veel gelezen over de nazikampen en de goelag-archipel; er is kwaad en je moet dat te allen tijde vermijden en de andere kant op streven – het goede is in elk geval níet dat kwade. “If the worst sin is the torment of others, merely for the sake of the suffering produced—then the good is whatever is diametrically opposed to that. The good is whatever stops such things from happening. […] If the worst sin is the torment of others, merely for the sake of the suffering produced—then the good is whatever is diametrically opposed to that. The good is whatever stops such things from happening.” Dat is eerlijk en doorleefd; Peterson wil mensen sterk en verantwoordelijk maken om te voorkomen dat ze verleid worden door “resentment of Being” en het pad van het kwaad kiezen.

Het goede is het tegenovergestelde van het kwaad: “to the best of my ability I will act in a manner that leads to the alleviation of unnecessary pain and suffering. You have now placed at the pinnacle of your moral hierarchy a set of presuppositions and actions aimed at the betterment of Being. Why? Because we know the alternative. The alternative was the twentieth century. The alternative was so close to Hell that the difference is not worth discussing. And the opposite of Hell is Heaven.”

Regel 8: Spreek de waarheid of lieg niet

Houd mensen niet voor de gek, en ook hier geldt weer: inclusief jezelf. Hier denkt Peterson ook meteen weer aan burgers in de Sovjettijd, die zichzelf wijsmaakten dat het communisme zo slecht nog niet was. Het is het dichtste dat Peterson tot dusver komt bij het erkennen van de mogelijkheid van ‘systeemkritiek’. Als er iets niet klopt, moet je het veranderen. Inclusief je eigen waarden.

De meest open formulering van Petersons ethiek vinden we hier: “Everyone needs a concrete, specific goal—an ambition, and a purpose—to limit chaos and make intelligible sense of his or her life. But all such concrete goals can and should be subordinated to what might be considered a meta-goal, which is a way of approaching and formulating goals themselves. The meta-goal could be “live in truth.” This means, “Act diligently towards some well-articulated, defined and temporary end. Make your criteria for failure and success timely and clear, at least for yourself (and even better if others can understand what you are doing and evaluate it with you). While doing so, however, allow the world and your spirit to unfold as they will, while you act out and articulate the truth.””

Regel 9: Ga ervan uit dat de ander iets weet wat jij niet weet

Peterson praat, in zijn beroep van klinisch psycholoog, met een vrouw die denkt dat ze verkracht is, en stelt zich voor hoe een linkse ideoloog haar slachtofferschap zou bevestigen en een conservatieve ideoloog haar had uitgekafferd (het tweede gaat hem natuurlijker af); in plaats daarvan luistert hij, zodat zij kan praten en daardoor denken. Peterson is, net als Comey (die een hoofdstuk vernoemt naar de “Washington Listen”, waarin luisteren de pauze is waarin je wacht tot je weer mag praten), geïnteresseerd in echt luisteren.

Regel 10: Wees precies in je taal

Ons beeld van de wereld en van onszelf verschuift tegelijkertijd; een vrouw die erachter komt dat haar man ontrouw is, ziet haar man anders maar wordt daarmee tegelijkertijd zelf ook iets anders – “deceived innocent”, “gullible fool”. In dit soort observaties, hoe cliché ze ook zijn (mainstream genoeg immers om ze vrij letterlijk uit de mond van Emma Thompson te horen in Love Actually), laat Peterson in elk geval zien dat zijn autoritaire hier-ik-wijs-de-weg-wel-toon niet stoelt op de aanname dat het leven in wezen simpel is of dat we alleen wilskracht nodig hebben. We zijn alleen simpel als de wereld simpel is, en dat is geen betrouwbare toestand. “Everything is intricate beyond imagining.”

En de fragiele orde kan om ons heen instorten. Je moet de draken benoemen en zichtbaar maken voor ze te groot worden en je huis verwoesten. Je moet orde aanbrengen in de chaos voor de chaos je opslokt. En daarom moet je blijven onderzoeken. “You have to think: What is wrong, exactly? What do I want, exactly? You must speak forthrightly and call forth the habitable world from chaos. You must use honest precise speech to do that.”

Regel 11: Val geen skateboardende kinderen lastig

Het is maar wat moeilijk om een jongen te zijn tegenwoordig. We zijn terug bij simpele biologie: jongens zijn onafhankelijk en luisteren niet en dat wordt niet gewaardeerd. En vrouwen kunnen geen man vinden, want vrouwen moeten een man van boven hun eigen status hebben, maarja mannen falen tegenwoordig in het leven dus vrouwen hebben over het algemeen weinig mannen boven zich.

Het patriarchaat is een versimpeling of misschien een verzinsel van postmoderne Marxisten, en voor de goede orde: Marxisme is communisme is goelag. Peterson heeft niks tegen ‘links’ in de zin van het tegengaan van economische ongelijkheid of van gematigd overheidsingrijpen, maar al die radicale figuren aan de universiteit die hun eigen cultuur willen slopen en jongens in meisjes of softies willen veranderen, daar kan hij helemaal niets mee. Daardoor lok je juist extreemrechtse fascinaties uit, zelfs in Nederland.

Regel 12: Aai katten als je ze tegenkomt.

Onze beperkingen en fragiliteit zijn wezenlijk aan wat we zijn. Katten zijn een manifestatie van het Zijn.

Peterson en Comey

Peterson is een controversiële figuur, om ideologische redenen, en dat is volkomen terecht. Zodra hij over genderverhoudingen begint, overlaadt hij de lezer met dualistische tegenstellingen uit de wereldliteratuur, waarvan de boodschap altijd iets in de trant van: jammer dat jongens geen jongens meer mogen zijn, vrouwen carrière willen maken, en scheiden zo makkelijk is.

Dat betekent niet dat er niets in zijn boek is wat je daarvan los kunt zien. Veel van wat hij schrijft gaat niet over mannetjes of vrouwtjes, maar over mensen. En hoewel bij Peterson, nét als bij Comey trouwens, zich in het heroïsche beeld van zelfdiscipline (respectievelijk leiderschap) gemakkelijk een suggestie van machismo laat lezen (en Peterson dat natuurlijk allemaal een stuk erger maakt doordat hij zo vaak herhaalt dat de krachten die orde moeten bewerkstelligen “vanouds” als mannelijk worden gezien), hoeft dat strikt genomen niet. Wanneer je die genderdimensie weglaat, blijft er nog iets over – een “werk aan jezelf”-mentaliteit die misschien meestal niet zo genuanceerd is, maar die Peterson in elk geval oprecht als heilzaam voor het individu beschouwt, en die hij belangrijk vindt als tegenwicht tegen ideologieën die de verantwoordelijkheid afschuiven op het systeem.

Peterson kiest voor tough love, voor de waarheid spreken, om de échte afgronden van echtscheiding en concentratiekampen te vermijden. De orde moet waakzaam zijn tegen de chaos. Comey is even high-minded, voelt zich evenzeer een bewaker op de grens tussen licht en duister; maar hij is tegelijkertijd zachter. Beide mannen schrijven over pestkoppen: Peterson stelt vast dat gepeste kinderen meestal de kinderen zijn die het gemakkelijkst aan het huilen te maken zijn (wees niet zo’n kind, maak je kind niet zo’n kind); Comey herinnert zich hoe hij vroeger werd gepest, vertelt beschaamd hoe hij zelf een jongerejaarsstudent treiterde; maar vooral hoe hij besloot dat de zwakkeren beschermd moesten worden tegen de sterkeren. En zelfs in zijn psychologie van de bully probeert hij compassie te vinden:

“My encounters with President Trump left me sad, not angry. I don’t know him or his life well, but he seems not to have benefited from watching people like Harry Howell demonstrate what tough and kind leadership looks like, or worked under someone who was confident enough to be humble, like Helen Fahey, and felt the difference that makes.”

Comey zegt dat ook met trots – hij is wel gelukt als persoon. Zijn ego – hij snapt dat hem wel eens voor de voeten is geworpen dat hij “in love with my own righteousness” lijkt te zijn – is sterk genoeg om vragen naar individuele morele verantwoordelijkheid niet uit de weg te gaan. Tegelijkertijd snapt hij dat de samenleving ertoe doet, dat niet iedereen zijn eigen leven volledig in de hand heeft, en dat mensen in leiderschapsposities daardoor extra verantwoordelijkheid dragen.

Zo stelt hij vast dat de FBI in de jaren voor hij de organisatie leidde gestaag witter is geworden, en daar wil hij wat aan doen:

“Our challenge, I told the FBI, is to simply get out there and show more people of color and more women (that number had been stuck just below 20 percent for years) what the place is like and dare them to try to be part of it. It’s not rocket science, I said; the talent is out there. They just don’t know what they are missing. So we made it our passion to show them, and in just three years, the numbers started to change in a material way. During my third year at the FBI, a huge new-agent class at Quantico was 38 percent nonwhite. Our standards hadn’t changed; we were just doing a better job of showing people the life they could make by joining us, which is contagious in a positive way.”

Op het moment van zijn ontslag is hij bij een Diversiteitsbijeenkomst. Op geen moment is hij daar defensief over, of contrasteert hij zijn houding met betrekking tot diversiteit tot een foute of politiek-correcte houding; hij vindt gewoon dat hier iets aan het scheefgroeien is en dat hij daar wat aan moet doen.

Petersons betoog scheert op een hoger abstractieniveau soms vlak langs dat verbeter-optimisme, maar uiteindelijk legt zijn intuïtie dat we als zelfbewuste mensen moeten identificeren wat er mis met de wereld is en daar wat aan doen, het altijd af tegen zijn intuïtie dat je met je poten van de natuurlijke orde af moet blijven. Bij Peterson zitten achter sociale rechtvaardigheid immers al snel de demonen van communisme-dus-goelag. De enige uitzondering op dit non-interventie-beleid is de onnatuurlijke situatie waarin we nu zitten, met de feminisering van de opvoeding van onze jongens; die is het resultaat van postmoderne marxistische leugens en daar mogen we dus best van af. Petersons maatschappelijke engagement is in die zin uitsluitend reactionair; en als we eenmaal terug zijn in de traditionele toestand, rest berusting in de tragische conditie van de mens, en het recht houden van de eigen rug.

Maar rechte ruggen kun je ook anders contextualiseren. Comey toont zijn ruggengraat met graagte, maar bij hem ligt de focus meer op sociale moed, speaking truth to power, en het wakker liggen over de moreel juiste keuzes (“don’t be the torture guy”). Het is niet de rechte rug van de dominante kreeft, maar de rechte rug van iemand die in zijn principes gelooft en niet met zijn ogen gaat knipperen. Comeys verhaal is extra geloofwaardig omdat hij geloofwaardig kan volhouden zijn morele integriteit tot op het hoogste niveau te hebben bewaard. Houdt Peterson zich aan zijn leefregels? Zijn publieke optredens vallen (denk bijvoorbeeld aan regels 6 en 9) wat dat betreft nogal tegen; in zijn rol als youtubegoeroe en in interviews vervalt hij al in pettiness, snelle onderbrekingen, onvermogen tot incasseren, en (soms) twitter-rants. Nu moet gezegd dat het ongetwijfeld frustrerend is om je steeds verkeerd begrepen te voelen of in een hoek gedreven te voelen; maar dan nog is de vraag interessant of je je pose vol kunt houden onder stress. Misschien hebben we over zelfbeheersing en groei in dat geval niet zo veel te leren van Peterson, en des te meer van Comey.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *